03-10-2009

Internationale waarnemers in Hebron


In 1993 is een begin gemaakt met de hoofdlijnen voor een schets van een overeenkomst voor een internationale aanwezigheid van waarnemers in Hebron.
Na de moord van Baruch Goldstein op gelovigen in de Ibrahimi Moskee zijn de onderhandelingen in een stroomversnelling gekomen gedurende de Oslo akkoorden.
In het protocol van 1997 betreffende Hebron hebben beide partijen zich verplicht te werken aan een normaal leven voor de bevolking van Hebron. TIPH (Temporary International Presence in Hebron) wordt opgericht en waarnemers uit Noorwegen, Italië, Zweden, Turkije en Zwitserland zijn sindsdien in Hebron gestationeerd.
Onlangs uitte de Israëlische regering twijfel over de deelname van Noorwegen omdat zij het land betichtte van te grote sympathie met de Palestijnse zaak.
Sinds het bereiken van het akkoord is de overeenkomst met voeten getreden. Vanaf 2002 heeft het Israëlische leger militaire bases rondom de stad en is de vrijheid van beweging van de inwoners van Hebron enorm beperkt. Gevolg is economische malaise. Er is zeker geen ‘normaal’ leven mogelijk voor de palestijnen in de ‘closed military zones’, met het gevolg dat er onderscheid wordt gemaakt tussen burgers: in H2 genieten de 400 settlers privileges en bescherming vanwege de strijdkrachten en de 35.000 palestijnen in H2 moeten het doen zonder vervoer, voldoende water en goed functionerend burgerlijk bestuur.
De rapportages van TIPH zijn vertrouwelijk. Waarnemers komen niet tussenbeide.
Wij, als waarnemers van de EAPPI, maken daarentegen zoveel mogelijk gewag van onze bevindingen in zoveel mogelijk media.

Geen opmerkingen: